De Oostenrijker Bernhard debuteerde als toneelschrijver met Een feest voor Boris (1970). Het is opvallend hoezeer dit stuk in vorm en inhoud lijkt op de bijna twintig toneelstukken die zouden volgen. Een feest voor Boris bestaat grotendeels uit een eindeloos meanderende monoloog van een invalide weldoenster. Terwijl ze zichzelf ophemelt, behandelt ze haar trouwe bediende Johanna als vuil en heeft ze nauwelijks oog voor haar oogappel, de beenloze Boris, die ze uit een ‘kreupelenasiel’ heeft gehaald. Het stuk culmineert in een groots verjaardagsfeest voor Boris, dat (natuurlijk) op een totale deceptie en de dood van de jarige uitloopt.
Het wereldbeeld dat Thomas Bernhard hier en in zijn overige werk toont, is intens nihilistisch: de mens wordt geboren en sterft, alles daartussen is zinloos. De motor die ons door het leven sleurt, loopt op drie types brandstof: lafheid, ijdelheid en nieuwsgierigheid. Je zou jezelf verhangen, als dat niet net zo zinloos was.
Spijkertje
Bernhard zag de kunst als reddingsboei om het leven te verdragen: “Ik heb altijd de omweg van het theatrale gezien. De verschrikkelijke werkelijkheid nooit als tragedie, maar als komedie.” In zijn werk ontmaskert hij met vilein plezier eenieder die de betekenisloosheid van het bestaan wil bestrijden met Grootse Daden, zoals een ‘Traktaat tot Verbetering van de Mensheid’ (De wereldverbeteraar) of een toneelstuk dat de héle geschiedenis omvat (De theatermaker). De projecten lopen uit op grandioze mislukkingen en de voorvechters ontpoppen zich als huistirannen. Dwars door de inktzwarte ironie is de boodschap helder: hoedt u voor Mensen Met Missies! Blijf nadenken! Bied weerstand!
Het is verleidelijk om deze boodschap te verbinden aan een jeugdherinnering van Bernhard. Door een vergissing (hij moest naar Saalfelden, maar belandde in Saalfeld) kwam de tienjarige Thomas in 1941 in een nazi-internaat terecht, waar hij tot vlak voor het eind van de oorlog verbleef. Na de bevrijding zag hij het nazisme moeiteloos werd ingeruild voor het katholicisme: aan het spijkertje waar eerst het Hitlerportret hing, bungelde nu een kruisbeeld, met een uitgebleekte rechthoek op het behang als stille getuige van het ‘bruine verleden’. De ene allesoverheersende Man Met Missie maakte probleemloos plaats voor de ander. De reactie die dat bij Bernhard opriep, echoot door al zijn stukken: “Moet je hier nu hardop om lachen, of toch niet?”
P.S. Jonge regisseurs en acteurs noemen zich graag in navolging van het gelijknamige stuk ‘theatermaker’. Zouden zij zich realiseren dat Bernhard deze term ironisch bedoelde (‘theater machen’ betekent in Duitsland ‘zich aanstellen’)?
© Remco van Rijn, november 2015
opdrachtgever
Scènes, tijdschrift voor theaterliefhebbers
datum
november 2015
links
> http://www.scenes.nu/
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.