‘Fantasy island’ noemt regisseur Johan Doesburg de wereld van Gekluisterd. Maar dan wel een duistere fantasie. Een jong meisje dat vastzit in een afgesloten ruimte, een oudere man die haar daar heeft opgesloten… Doesburg grijnst: “Het is een boze droom, waarin poëzie en grofgebektheid samenkomen. Een meisje zit tien jaar – stel je dat eens voor! – opgesloten in een ruimte. Dan komt er opeens een vreemde man binnen, die zich voorstelt als haar vader. Als het stuk begint, zijn de twee al een paar dagen samen. Maar de grote strijd moet nog plaatsvinden. Wat is er precies gebeurd? Hoe is het meisje in deze ruimte beland? En welke rol speelde die man daarbij? Dat is spannend, dat zet mijn fantasie in gang.”
Mark Rietman speelt de man. Het was een hele zoektocht, vertelt hij tijdens de repetities. “Het luistert nauw hoe je deze rol speelt. Ik vind het niet interessant om van deze man alleen een gewelddadig monster te maken. Hij is een ‘self-made man’, bijdehand, talig, soms platvloers. Ooit handelde hij als succesvol zakenman in meubels, maar zijn kansen keerden zich. Getekend door het leven probeert hij nu via grootse verhalen zijn verleden mooier voor te stellen dan het was. Hij fabuleert zich een schitterende carrière, waarin hij al zijn tegenstanders letterlijk afmaakt. Maar onder al die verhalen liggen de pijn en het isolement van de teleurstelling.” In de voorstelling horen we een aantal van die verhalen. Rietman schakelt als acteur met ongelooflijke souplesse van uitgebluste vijftiger naar een twintigjarige vol bravoure. In plat Bargoens beschrijft hij zijn Ierse variant van de ‘American dream’: van magazijnbediende naar succesvol middenstander. “Ook wat die toon betreft was het zoeken. Het stuk is geschreven in het Iers, dat werkt niet als je het omzet naar ABN. Vertaler Marcel Otten heeft daarvoor een nieuwe taal gevonden. In mijn hoofd heb ik een Haagse taxichauffeur.”
De rol van het meisje wordt gespeeld door Sophie van Winden, die onlangs de Guido de Moorprijs ontving voor haar rol in Faust I & II bij het Nationale Toneel. Zij speelt haar met een opvallende lichtheid. “Ondanks de situatie waarin het meisje zich bevindt – ze is verlamd en zit al jarenlang opgesloten – heeft ze toch een geweldige levensdrift, ze wil absoluut niet dood.” Net als bij de man speelt ook bij het meisje de verbeelding een grote rol. Regelmatig leest ze hardop voor uit de kasteelroman die haar moeder haar naliet. “Ze vult de stilte met verhalen. Ze denkt dat ze in een sprookje leeft en wacht op de prins die haar met een kus komt bevrijden. Zij projecteert dus al haar romantische verlangens op de man, ook al beantwoordt hij met zijn morsige uiterlijk, grove taal en vreemde handelingen helemaal niet aan het geschetste beeld.”
Van Winden en Rietman spelen in dit stuk letterlijk op een paar vierkante meter: twee personen, een bed en vier muren – meer is er niet. Daardoor komt alle focus te liggen op hun samenspel. Rietman: “Daar moet het ook gebeuren. Mij interesseert op toneel vooral wat er tussen mensen gebeurt. Hoe verhouden die man en het meisje zich tot elkaar? Dat is uiteindelijk spannender dan de drijfveren van de afzonderlijke personages.” De twee acteurs vullen elkaar in hun spel mooi aan, vertelt hij: “Ik heb de neiging in elke rol de zwaarte op te zoeken, de duistere kant. Sophie pakt de zaken precies omgekeerd aan, met een zekere lichtheid.” Van Winden: “Dat komt ook door Johan Doesburg. Hij zoekt altijd naar de tegenkleur van het personage, dus juist geen somber opgesloten meisje.” Over haar tegenspeler zegt ze: “Mark durft heel veel van zichzelf te laten zien in repetities, waardoor we het stuk echt in de diepte kunnen verkennen. Daarbij helpt het ook dat we allebei al vaker hebben gewerkt met Johan. Er is een vertrouwensband. Dat helpt om ook de gekte en de lelijkheid van die mensen op te zoeken.”
De makers benadrukken dat ze met dit stuk geen beeld willen geven van een reële situatie. Doesburg: “Enda Walsh is een Ierse schrijver in de traditie van Beckett. Dat betekent geen psychologisch realisme, maar groteske situaties vol theatrale overdrijving. Ieren weten van oudsher hoe het is om in materiële armoede te leven. Op die basis groeide hun rijke verteltraditie, vol overdrijving en grootse verhalen.” Ook Van Winden vindt het interessanter om het stuk te zien als een metafoor waarin de afgesloten ruimte staat voor een mentale ruimte: “Het stuk laat voor mij zien wat er gebeurt als je wordt afgesloten voor de wereld, als je andere mensen niet meer toelaat. En hoe je uit zo’n situatie kunt komen. Natuurlijk is de situatie van die twee mensen extreem en beangstigend, maar ze weten elkaar door middel van verhalen, de verbeelding, de kunst, toch te vinden. Uiteindelijk vindt er een verzoening plaats, de man en het meisje begrijpen elkaars angst. Dat vind ik heel mooi en hoopvol.”
© Remco van Rijn, oktober 2011
Sophie van Winden en Mark Rietman
in Gekluisterd
opdrachtgever
Het Nationale Toneel
datum
oktober 2011
links
> www.nationaletoneel.nl
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.