Het zijn drukke tijden voor Halina Reijn en Hans Kesting. Overdag repeteren ze het nieuwste stuk van Toneelgroep Amsterdam, Rocco en zijn broers, dat in Duitsland in première gaat en waarvoor alle teksten dus in het Duits moeten worden ingestudeerd. ’s Avonds staan ze in Het temmen van de feeks van William Shakespeare. En dan speelt Kesting tussendoor ook nog in Romeinse tragedies, waarvoor hij voor de tweede keer in een seizoen genomineerd werd voor de Louis d’Or, de prijs voor de beste acteur van Nederland. “Het is veel, ja,” verzuchten de acteurs, even een pauze nemend in de repetitieruimte op een industriegebied aan de rand van Amsterdam.
Uitdaging
Het temmen van de feeks ging in 2005 in première en kreeg juichende reacties van pers en publiek. Een succesvolle tournee volgde en nu maakt het stuk, in het kader van Topstukken, een nieuwe tocht langs twaalf theaters door heel Nederland. Het verhaal van Het temmen van de feeks is snel verteld. De rijke zakenman Minola heeft twee dochters. Om de jongste verzamelen zich de vrijers als vliegen om stroop, maar oudste zus Katharina, gespeeld door Halina Reijn, maakt zich door haar felle en opstandige gedrag weinig geliefd. Vader besluit dat zijn jongste dochter pas mag trouwen als voor Katharina een bruidegom is gevonden. De vrijers, een groep jonge studenten, weten hun vriend Petruchio te strikken deze taak tegen een gulle vergoeding op zich te nemen. Maar als hij feeks Katharina voor het eerst ziet, valt hij als een blok voor haar tegendraadse gedrag. Kesting: “Zij komt hem echter niet zo maar in de schoot vallen, hij moet echt haar temmen. En die uitdaging gaat hij aan.”
Volksvermaak
Dat temmen gaat er in de voorstelling, geregisseerd door Ivo van Hove, heftig aan toe. Net als de omgang tussen de vrijers overigens, die in deze voorstelling zijn neergezet als een brallende bende corpsballen. “De rauwheid waarmee iedereen op het podium staat en de hardheid waarmee dingen gebeuren maken het stuk voor mij op een prettige manier heel echt,” vertelt Kesting. “Er gebeurt echt wat, het is niet een beleefd potje schreeuwen.” Maar is het door al dat gooi-en-smijtwerk en gebral nog wel Shakespeare? Kesting reageert geprikkeld: “Heeft iemand ooit van Shakespeare gehoord hoe zijn stukken gespeeld moeten worden?” Halina Reijn: “Dit stuk is een komedie, bovendien is het heel fragmentarisch. Het leent zich daarom veel meer voor een vrije opvatting dan ‘heilige’ stukken zoals Hamlet. Om de minuut wordt er ontzettend hard gelachen.”
Troostrijk
Zo staat Katharina’s extreme gedrag garant voor menig lachsalvo. Ze spuugt, schopt, scheldt en toont voortdurend haar opgestoken middelvinger. Reijn: “Het is alsof ze ADHD heeft, ze gáát maar door.” Maar Petruchio laat zich niet op de kast jagen. Kesting: “Hij blijft de hele tijd zeggen ‘Ik vind je leuk, ik vind je lief, ik vind je bijzonder.’” Uiteindelijk weet hij zo, na een aantal ijzingwekkende scènes die doen denken aan ontgroeningen en de verhoorpraktijken in Guantánamo Bay, door haar pantser heen te breken. Zo vinden ze elkaar in een liefde, die tegen alle conventies ingaat. Troostrijk, noemt Reijn het: “Katharina en Petruchio zijn geen koppel dat voldoet aan de norm, ze hebben geen Hollywoodrelatie. Maar ook deze liefde heeft bestaansrecht en waarde.”
Ontroerd
Maar dan toch dat vrouwonvriendelijke. Is het nog wel van deze tijd, als een vrouw – zoals Katharina aan het einde van het stuk – zonder een spoortje ironie verklaart dat zij haar hand onder de voet van haar meester wil leggen? Reijn: “In onze opvatting gaat het stuk over overgave, op de meest extreme manier. Die slotmonoloog is eigenlijk van Katharina en Petruchio samen, en de manier waarop wij hem spelen versterkt dat. Uit alles blijkt dat Petruchio net zo ver zou willen gaan voor haar.” Toch is zij er vaak op aangesproken. “Sommigen vrouwen vonden het belachelijk dat ik die tekst over mijn lippen kreeg. Anderen gaven bekentenissen waarop ik helemaal niet zat te wachten. Maar de meeste mensen zijn ontroerd, omdat ze inzien dat het helemaal niet gaat over de positie van de vrouw ten opzichte van de man. Bijna altijd is de zaal aan het eind van het stuk muisstil, als bij een kerkdienst.”
© Remco van Rijn, 9 september 2008
opdrachtgever
Toneelgroep Amsterdam
datum
september 2008
links
> www.toneelgroepamsterdam.nl
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.