“Het is een avontuur,” verklaart Titia Bouwmeester met een grijns op haar gezicht. Waarom anders zou iemand die veel succes oogst met haar eigen projecten ervoor kiezen artistiek leider te worden van een reizend theaterfestival? “Natuurlijk moest ik er goed over nadenken. Karavaan kost tijd die ik ook aan mijn eigen gezelschap kan besteden. Maar ik wil mijn ervaring en liefde voor het vak graag doorgeven. Bovendien vind ik het belangrijk dat er artistiek bloed stroomt door de aderen van een festivalleiding. Voor je het weet is plannen produceren een doel op zich, terwijl een festivalorganisatie alleen bestaat voor de kunst. De urgentie, dat de voorstelling en het publiek altijd voorop staan, zit in mijn genen.”
In haar voorstellingen maakt Bouwmeester het publiek getuige van veranderingen die zich op een bepaalde locatie afspelen: “Ik wil de grote verhalen zichtbaar maken op de plek en binnen de gemeenschap waar ze spelen. Als theatermaker ben je schakel tussen die verhalen en het publiek. Je moet die particuliere vertellingen omzetten naar universele verhalen en gevoelens, zodat ze ook mensen ‘van buiten’ weten te raken.” Het is precies deze visie die zij meeneemt naar Karavaan. “Als artistiek leider wil ik een soort ‘makelaar’ zijn, die theatermakers in contact brengt met projectontwikkelaars, boeren, amateurgeschiedkundigen, vissers en alcoholpoliklinieken. Kunst ontstaat bij de gratie van rare combinaties en is op haar waardevolst als zij middenin het leven staat.”
Grote thema’s
In West-Friesland worden de grote thema’s van onze tijd bij uitstek zichtbaar, meent Bouwmeester. “Ze liggen daar voor het oprapen: de maakbaarheid van de wereld, het verdwijnen van het verschil tussen stad en land, de spanning tussen mondiale ontwikkeling en lokale autonomie.” Ze geeft een toelichting. “De West-Friezen hebben hun wereld letterlijk gemaakt door het aanleggen van de Omringdijk. Dat gebeurde in onderlinge samenspraak, iedereen onderhield ‘zijn’ stukje dijk. Zo brachten zij ook de democratie in Nederland, zeggen ze zelf. Van oudsher was West-Friesland een agrarisch gebied, waar iedereen van elkaar afhankelijk was. Van melkboer tot winkelier liep een keten van mensen die elkaar kenden. Ten slotte zijn de West-Friezen nog steeds trots op hun onafhankelijkheid. Zij hebben zich immers nooit laten knechten door de graven van Holland. Ik vind het interessant te zien hoe dat verhaal standhoudt anno 2010. De verstedelijking rukt op en tast het landschap aan met bedrijventerreinen en woonwijken. En hoe autonoom ben je wanneer een melaninecrisis in China de prijs van de Nederlandse melk bepaalt? Die kwesties spelen niet alleen in West-Friesland, zij gelden voor iedereen. Wat zijn de gevolgen van globale ontwikkelingen voor een regio, een dorp, een persoon?”
Vakmanschap
Met Bouwmeesters komst zal de programmering van Karavaan niet aangrijpend veranderen. Beeldend muziektheater blijft de rode draad. Wel zoekt zij naar meer samenhang in het programma: “Karavaan is van oudsher bekend om zijn straattheater. Ik koester dat, omdat het de verbeelding de dorpen binnenbrengt. Maar het grote publiek dat daarop afkomt, gaat niet naar de locatievoorstellingen, dat vind ik jammer. Daarom laten we nu op straat voorproefjes zien van locatievoorstellingen die volgend jaar te zien zijn. Zo kunnen makers en publiek met elkaar kennismaken.”
Nieuw is het Karavaanlab. Theatermakers worden uitgenodigd een festival lang te experimenteren en presentaties te houden. Bouwmeester: “Locatietheater maak je niet vanachter een bureau. Je moet ter plekke de verhalen van een gemeenschap en een locatie ontdekken. Bovendien zijn inhoud en vorm bij locatietheater onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat vertel je met tekst en wat vertaal je in beeld? En die tekst, roep je die over een megafoon, fluister je hem bij elke bezoeker in zijn oor, of geef je hem op een briefje door? Leren goed locatietheater te maken duurt een leven lang, dat doe je niet op de theaterschool. Het is belangrijk dat festivals plekken bieden waar makers al doende kunnen leren.”
Het publiek kan dat proces van dichtbij volgen: “Je kunt zo even kijken in het hoofd van een maker en onderdeel worden van het artistieke proces. Het laat zien dat theater maken een vak is, net zoals het runnen van een boerenbedrijf: ook daar komen sociale, technische en creatieve elementen samen. Zo ontstaat hopelijk meer respect en bewustwording voor de kunstenaar.”
Chemie
Bouwmeester heeft ‘getekend’ voor twee festivaledities, maar haar blik reikt verder. “Ideeën laten rijpen kost tijd. Een artistieke visie moet gisten tot een goed deeg voor je er een brood van kunt bakken. Dat gebeurt niet in een jaar, je moet kunnen falen en ideeën doorontwikkelen en ze dan daadwerkelijk in de wereld zetten. Dat is minimaal een vijfjarenplan. Als de chemie gaat werken, kun je aan je ideeën ontstijgen en samen iets moois scheppen.”
Wat dat mooie dan is? “Als een voorstelling een moment creëert van gemeenschappelijkheid en ontvankelijkheid, dan heeft een maker het al heel goed gedaan. Het is een mooie gedachte dat mensen soms langs een plaats komen waar ze een voorstelling zagen en daarbij een gemeenschappelijke herinnering delen. Ik hoop dat de West-Friezen over een paar jaar zullen zeggen: ‘Het is ons alles meegevallen.’ Dat betekent in de rest van Nederland: ‘Je hebt het heel goed gedaan.’”
© Remco van Rijn, juni 2010
Titia Bouwmeester
(foto: Simone de Greef)
opdrachtgever
Festival Karavaan
datum
juni 2010
links
> www.karavaan.nl
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.