Het gezelschap
Thibaud Delpeut: ‘Ik ben naar de regieopleiding gegaan om voorstellingen te maken voor de grote zaal. Toch had ik na mijn afstuderen in 2006 niet meteen de neiging om grote producties te gaan maken. Ik wilde eerst een band opbouwen met een gezelschap. Tijdens mijn studie werkte ik bij TA en ik was in gesprek met de Toneelschuur om daar een voorstelling te maken. Het lag dus voor de hand om die productie te maken als onderdeel van TA-2.’
Eric de Vroedt: ‘Voor mij ligt dat anders. Ik maak al tien jaar in het kleine zalen-circuit geëngageerde voorstellingen over de tijd waarin wij leven. Juist dat engagement miste ik bij de grote gezelschappen, ook bij TA, en in interviews en artikelen stak ik mijn mening niet onder stoelen of banken. Veel mensen waren dus verbaasd dat ik koos voor TA-2. De oorzaak daarvan schuilt in de Staat van het Theater, de rede die Ivo van Hove vorig jaar uitsprak op het theaterfestival TF-1. Hij deed een oproep aan de grote gezelschappen om zich meer te richten op de eigen stad en jonge makers. Ik las daarin vooral een opdracht aan zichzelf en het eigen gezelschap. Dat vond ik heel interessant en daar wilde ik graag bij betrokken zijn. Los daarvan zijn mijn projecten de afgelopen jaren op organische wijze steeds groter gegroeid. Het was dus letterlijk tijd voor een groter platform.’
Repertoire
Eric de Vroedt: ‘Voor mijn eerste productie bij TA-2 kies ik bewust voor repertoire, een stuk uit de theatergeschiedenis. Ik wil hiermee mijn verbondenheid tonen met het gezelschap en zijn geschiedenis. Naast mijn mightysociety-stukken heb ik altijd repertoire geregisseerd. Nadat ik vorig jaar een stuk van Eugene O’Neill had gemaakt, wilde ik graag opnieuw zo’n Amerikaans psychologische tekst doen. Al snel kwam ik bij Tennessee Williams en ik begon zijn stukken te lezen. Ik schoof A Streetcar Named Desire aanvankelijk terzijde, wetend dat Ivo van Hove daar een beroemde enscenering van heeft gemaakt. Toen ik het uiteindelijk toch las, was ik verkocht. Mijn voorstelling wordt minder esthetisch, eerder sociologisch: Williams beschrijft een clash tussen twee wereldbeelden. Dat ligt uiteindelijk weer tegen de thematiek van mijn mightysociety-voorstellingen aan.’
Thibaud Delpeut: ‘Net als Eric schrijf ik mijn eigen stukken, maar ik wilde nu graag een repertoirestuk van Racine doen. Tijdens mijn opleiding regisseerde ik Andromaque – inderdaad, dat stuk waarvan Gerardjan Rijnders bij Toneelgroep Amsterdam bijna twintig jaar geleden een legendarische enscenering maakte. Nu kies ik Britannicus, een zeventiende-eeuws stuk over Nero en het oude Rome. Het laat zien hoe dictators ontstaan, waarom ze machtig willen zijn en hoe ze hun macht vergaren. Door het in de twintigste eeuw op te voeren, krijg je een soort drietrapsraket in de tijd en wordt Nero een monster van alle tijden. Het stuk krijgt zijn exploderende werking doordat de taal, als buskruit, heel strak ingepakt zit in verzen.’
Amsterdam
Eric de Vroedt: ‘De keuze van TA om zich meer te richten op de eigen stad was voor Thibaud en mij een belangrijke reden om ons aan te sluiten bij TA-2. Voor mij vormt Amsterdam de basis voor de politieke context van mijn voorstellingen, het debat vindt hier plaats. Hiernaast vind ik het belangrijk dat TA heel goede internationale contacten heeft. De tijd van nu kenmerkt zich door hyperlokalisering en hyperglobalisering: je moet tegelijkertijd bezig zijn met subculturen in de eigen stad en met New York.’
Thibaud Delpeut: ‘Ook in mijn werk is de stad een belangrijk thema. In een metropool als Amsterdam zie je alle structuren van de geglobaliseerde wereld. Dus een uitspraak over de stad zegt indirect ook iets over een veel grotere wereld. Anders dan Eric plaats ik die structuren overigens niet op de voorgrond, maar laat ik ze mijn personages ‘overkomen’, bijna zonder dat ze zelf weten waaraan ze ten prooi gevallen zijn. Omdat we de stad zo belangrijk vinden, zouden we graag zien dat TA-2 méér wordt dan het maken van voorstellingen. Het moet een impuls zijn voor het culturele en maatschappelijke debat. De nieuwe zaal van de Stadsschouwburg, die nu in aanbouw is, biedt daarvoor ongekende kansen.’
Eric de Vroedt: ‘Daar, tussen de hamburgers en de bioscopen, tussen Joop van den Ende en de Sugarfactory, ontstaat een unieke plaats waar popcultuur en hoge cultuur elkaar ontmoeten. Misschien dat theater daar het élan en de maatschappelijke positie kan terugwinnen die het lang geleden verloren is. Ik hoop dat er theater gemaakt zal worden dat het publiek prikkelt tot nadenken en meepraten over zaken als globalisering en politieke ontwikkelingen. Daar willen wij graag aan meewerken.’
© Remco van Rijn / Maaike Tjepkema
opdrachtgever
Toneelgroep Amsterdam
(seizoensbrochure 07/08)
datum
augustus 2007
links
> www.toneelgroepamsterdam.nl
> www.mightysociety.nl
> www.toneelschuur.nl
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.