De klant is koning, zegt het spreekwoord. Maar in de zorg valt daar wel het een en ander op af te dingen: de ‘koning’ moet voor een behandeling vaak meerdere keren in zijn ‘koets’ naar het ziekenhuis rijden, om daar door verschillende ‘raadsvrouwen en -heren’ voorgelicht en doorgelicht te worden. Dat past natuurlijk niet meer in deze tijd. Daarom organiseert het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk de zorg steeds meer rond de vraag van de patiënt. Kernwoorden zijn kwaliteit, planning en een multidisciplinaire aanpak.
Eigenlijk is het vreemd, erkent ook chirurg Huib Cense. Veel initiatieven om de zorg in ons ziekenhuis beter te organiseren liggen eigenlijk zó voor de hand, dat ze al veel eerder doorgevoerd hadden kunnen zijn. Cense is één van de trekkers van de zorgpaden rond coloncarcinoom (dikke darm kanker) en de liesbruik: “Goede zorg vraagt om een goede organisatie. Ik ben ervan overtuigd dat goede logistiek automatisch leidt tot een betere behandeling en snellere genezing.”
Beste kwaliteit en service
De organisatie van de zorg is een hot issue. Slimme poli’s en zorgpaden moeten de patiënt zo soepel mogelijk door het ziekenhuis heen loodsen. Judith Stamhuis is als beleidsmedewerker intensief betrokken bij al deze ontwikkelingen. Ze vertelt: “Eigenlijk kun je alle projecten zien als ons antwoord op de vraag van de patiënt. Als je de beste kwaliteit en service wil leveren, kan dat niet zonder dat goed te organiseren en daar onderling heel goede afspraken over te maken.” De doelstelling van zorgpaden is ‘het geven van de meest geschikte en doelmatige zorg, van de juiste professional, op het juiste tijdstip, waarbij onnodige verschillen in behandeling en zorgverlening worden voorkomen’, aldus het projectplan Zorgpaden. Dat standaardiseren en betere multidisciplinaire afstemming zinvol zijn, bleek onder meer uit de resultaten van het landelijke project Sneller beter: 42% kortere wachttijden op de poliklinieken, 25% kortere opnametijd en 32% snellere behandeltijd. Dat is goed voor de organisatie én voor de patiënt. Om ervoor te zorgen dat de zorgpaden goed in de dagelijkse zorg verankerd worden, is er een grote betrokkenheid vanuit alle disciplines. Ook de ontwikkelingen rond het verpleegkundig beleidsplan sluiten er nauw bij aan.
Sneller handelen
Afgelopen december ging op de polikliniek de eerste kindercarrousel voor diabetespatiënten van start. Kinderen en pubers met diabetes type 1 zien voortaan op één ochtend de kinderarts, de diabetesverpleegkundige en een diëtiste in drie sessies van twintig minuten. Alle betrokkenen zien het als een enorme winst. Diabetesverpleegkundige Mary Wagenaar: “Vroeger zag ik alle kinderen, de kinderarts zag ze ook en soms spraken ze een diëtiste. Maar tussen al die partijen was er eigenlijk nauwelijks afstemming. Zo kon het gebeuren dat patiënten soms informatie dubbel kregen, of adviezen die niet goed op elkaar aansloten.” Hoewel de kindercarrousel nog maar één ochtend gedraaid heeft, waren de voordelen meteen duidelijk. Diëtiste Saskia Smit: “Iedereen kijkt vanuit zijn eigen specialisme en er is overleg en afstemming. Dat leidt tot sneller handelen. Als een bloedsuikerspiegel goed is, maar het dieet niet, kan je daar samen op inspelen.”
Onverwachte meerwaarde
Samen naar één patiënt kijken en de resultaten daarvan goed afstemmen bleek niet de enige winst van de kindercarrousel. Kinderarts Annemarie Alders: “Het viel me op dat de drie pubers die we op de carrousel zagen al snel onderling contact hadden. Dat ‘lotgenotencontact’ is enorm waardevol. Misschien moeten we daar méér mee doen in de toekomst, samen koken of samen sporten bijvoorbeeld.” De kindercarrousel is niet uniek en er zijn veel ervaringen uitgewisseld met andere ziekenhuizen. Annemarie Alders: “Juist omdat ziekenhuizen in de regio dit al langer doen, wilden wij niet achterblijven. We willen onze ‘klanten’ immers niet aan hen verliezen. Ik vermoed bovendien dat zorgverzekeraars straks alleen maar zorg gaan inkopen bij de ziekenhuizen die alles het best geregeld hebben.” Toch is het niet alleen rozengeur en maneschijn op de kindercarrousel. Mary Wagenaar: “Doordat wij krap in onze formatie zitten, gaat dit project direct ten koste van de tijd voor andere, volwassen patiënten. Maar de formatie zal, zeker met de huidige bezuiniging, waarschijnlijk niet uitgebreid worden.” Annemarie Alders: “Dat is jammer, want daardoor kunnen we nog steeds niet alle kinderen zo’n goede multidisciplinaire aandacht bieden.”
Eenduidig en duidelijk
De initiatiefnemers van de kindercarrousel werken nu in de kliniek aan een zorgpad voor kinderen met diabetes. Mary Wagenaar: “Vanwege de drukke poliklinieken duurt het soms een paar dagen voor ik als diabetesverpleegkundige op de kinderafdeling kan langskomen bij een nieuwe patiënt met diabetes. Twee verpleegkundigen hebben daarom gevraagd of zij niet getraind konden worden, zodat er extra kennis op de afdeling is. Dat was eigenlijk de aanleiding voor het opstarten van een zorgpad diabetes.” Annemarie Alders: “Bij het opstellen is een multidisciplinair team betrokken: verpleegkundigen, de psycholoog, Judith Stamhuis. Langs de zijlijn staan de fysiotherapeut en de podotherapeut.” Het zorgpad moet leiden tot meer duidelijkheid, zowel voor de patiënt als voor de behandelaars. Annemarie Alders: “We kunnen straks vanaf dag één zeggen: zo gaat de opname verlopen. Omdat het pad duidelijk vastligt, is altijd duidelijk wie je op elk onderdeel kan aanspreken. Natuurlijk valt niet iedere patiënt in een vast traject te vatten. Het is een richtlijn, je mag ervan afwijken. Maar dan moet je wel aangeven waaróm je dat doet.” Het opzetten van zo’n zorgpad kost extra tijd, terwijl iedereen het al zo druk heeft. Is het de investering waard? Annemarie: “Ik weet zeker dat je die tijd uiteindelijk weer terugverdient. Bovendien is het ontzettend leuk en verhelderend om met al die disciplines het hele zorgpad door te spreken en af te stemmen. Die extra tijd stop ik er graag in.”
Verwend
Een heel ander project, maar toch vergelijkbaar wat betreft de logistiek, draait sinds kort op de polikliniek interne. Internist Emile de Bruijne en vasculair verpleegkundige Ineke Storm houden daar wekelijks een vasculaire preventie poli. Emile de Bruijne: “Deze patiënten worden in het ziekenhuis, afhankelijk van hun klachten, gezien door de cardioloog, de neuroloog of de vaatchirurg. Ieder kijkt naar zijn eigen deelgebied. Veel patiënten met hart- en vaatziekten lopen echter op meerdere plekken risico’s. In deze poli inventariseren we in één ochtend aan de hand van een eerder ingevulde vragenlijst en een serie onderzoeken de totale staat van het vaatstelsel. Aan het eind van de ochtend hebben we een compleet overzicht. In een slotgesprek kunnen we de patiënt hele precieze adviezen geven voor medicatie en het aanpassen van de levensstijl.” Ook voor deze preventieve poli geldt dat het idee niet revolutionair vernieuwend is. “Maar iemand moet het wel gaan dóen,” stelt De Bruijne vast. Ineke Storm: “Het biedt veel voordelen. De patiënt wordt in één ochtend helemaal gescand en heeft daarna meteen duidelijkheid. Omdat je een patiënt binnen een paar uur meerdere keren ziet, groeit het vertrouwen en komen vragen die wat dieper liggen vaak toch naar boven. En omdat het helemaal ingericht is rond de patiënt, voelen zij zich echt verwend met zo’n hele ochtend aandacht.”
Doeltreffend
Op dit moment is Nederland het derde dikste land ter wereld en het aantal patiënten met hart- en vaatziekten neemt snel toe. Het is dus zaak om hier goed mee om te gaan en een preventiepoli lijkt een doeltreffend middel. Toch, vertelt Emile de Bruijne, was er ook wel wat tegenstand: “Vooral huisartsen zeiden dat ze dit zelf ook wel konden doen in hun praktijk en daar hebben ze volkomen gelijk in. De kracht van deze poli is echter het gemak en de compleetheid. We willen zeker geen patiënten het ziekenhuis ‘inlokken’ – we bieden het als extra service aan de huisarts, waar hij al dan niet gebruik van kan maken. Dat geldt ook voor het vervolgtraject, waarin we de patiënt zes maanden volgen en bijstaan in het aanpassen van zijn levensstijl.” Ineke Storm: “Want dat laatste is heel belangrijk. Medicatie is maar een deel van de oplossing, de patiënt moet ook gezonder gaan leven, meer gaan sporten en beter gaan eten. En natuurlijk, als hij dat nog doet, stoppen met roken. Dat kost veel moeite. In deze poli kunnen we de patiënt daarin bijstaan.” Een primeurtje heeft de poli met het Elektronisch Patiënten Dossier: alle gegevens van de tests worden meteen digitaal verwerkt en er wordt direct een risicoscore berekend. Het ziet er echt heel goed en slim uit, maar de praktijk wil nog wel eens dwarsliggen, blijkt bij een demonstratie. Het systeem is opeens erg traag. “Misschien zijn ze aan het factureren,” zegt Ineke, “Dan is het netwerk opeens stukken trager.”
Betere afstemming, fast track en kijkoperaties
Chirurg Huib Cense werkt momenteel aan twee zorgpaden. De eerste richt zich op het coloncarcinoom en hierin werkt hij samen met gastro-enteroloog Annemarie van Berkel: “Voorheen moest een patiënt, nadat de diagnose door de gastro-enteroloog was gesteld, vier of vijf keer naar het ziekenhuis komen vóór hij geopereerd kon worden. Voor een bloedonderzoek, een gesprek met de chirurg en de anesthesist... Door betere afstemming is dat teruggebracht naar één dag.” Tegelijkertijd is er een nieuw protocol ingevoerd voor deze patiëntengroep, de zogenaamde fast track. Dat is erop gericht om de patiënt zo snel mogelijk weer op de been te krijgen, bijvoorbeeld door hem minder lang van tevoren nuchter te laten zijn, minder vocht toe te dienen tijdens de operatie en na de operatie zo snel mogelijk weer laten eten en uit bed te halen. Huib Cense: “We doen dat de eerste tijd bij wijze van studie, samen met onder meer het AMC en een groot aantal andere ziekenhuizen, maar we verwachten er veel van.” Ten slotte, als derde wijziging rond deze patiëntengroep, is het RKZ begonnen met laporoscopische chirurgie (kijkoperaties). Dat betekent sneller herstel, minder pijn en kleinere littekens.
Ideaal voor planbare zorg
Later dit jaar gaat een zorgpad voor liesbreuken van start. Cense is hier eveneens nauw bij betrokken. “Het is minder complex dan het coloncarcinoom en dus iets makkelijker te organiseren,” vertelt hij. De diagnose liesbreuk kan heel goed door de huisarts worden vastgesteld en de behandeling kan in één dag geschieden. “We ontwikkelen een speciale internetsite, waarop de patiënt een vragenlijst kan invullen en een datum voor operatie kan aangeven – natuurlijk kan dit ook per telefoon, voor mensen die geen internet hebben. Als de patiënt gezond is, is daarmee alles geregeld: hij komt ’s morgens vroeg in het ziekenhuis, ziet de chirurg en de anesthesist, krijgt een kijkoperatie voor de liesbreuk en gaat ’s avonds naar huis.” Cense ziet veel voordelen in de ontwikkeling van méér zorgpaden: “Voor electieve – dat wil zeggen: planbare – zorg is het ideaal. De patiënt ligt zo kort mogelijk in het ziekenhuis.”
Kwaliteit voor de patiënt
Zorgpaden en slimme poli’s hebben de toekomst, daar zijn alle geïnterviewden het over eens. Ze bieden kansen en mogelijkheden om niet alleen de zorg beter te organiseren, maar ook andere vernieuwingen door te voeren. Denk maar aan het EPD van de vasculaire preventiepoli en de laporoscopische operaties van het coloncarcinoom. Door hun multidisciplinaire karakter maken ze optimaal gebruik van de kennis die er in de organisatie bestaat. Voor ondersteunende diensten zullen de zorgpaden op termijn waarschijnlijk ook een verandering van het werk betekenen. Zo vertelt Dick Bloothoofd, hoofd opname: “Ik verwacht dat de zorgpaden leiden tot een betere voorspelling van het ontslag van de liggende patiënten. Ik krijg dus beter zicht op de vrije bedden. Nu is het nog volstrekt onduidelijk hoeveel lege bedden ik de komende dagen krijg, en of dit toerijkend is voor de reeds geplande opnames en eventuele spoedopnames.” Voor de patiënt betekenen zorgpaden ten slotte snelheid, duidelijkheid en kwaliteit. Hij kan zich straks dus weer de koning te rijk voelen.
© Remco van Rijn, 2007
opdrachtgever
Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk
datum
februari 2007
links
> www.rkz.nl
Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem
Op alle teksten op deze site is een
Creative Commons Licentie van toepassing.